(eerder op Linkedin gepost)
Arbeidsmigranten die ingeschreven staan in de RNI lopen 42% meer kans op een ongeval dan overige werknemers volgens de meest recente Monitor Arbeidsongevallen van de Arbeidsinspectie. Dit percentage is waarschijnlijk nog hoger, omdat niet alle incidenten worden gemeld. Het is goed dat Argos, samen met Investico - onderzoeksjournalisten, hier in een uitzending aandacht aan besteedt (21 december 2024). Toch lijkt het me goed om wat context te geven bij het nieuwe ongevallenonderzoek van de Arbeidsinspectie, want voor mijn gevoel gaat de uitzending van Argos op bepaalde punten wat kort door de bocht.
De rol van de Arbeidsinspectie
Volgens het Europees Sociaal Handvest is de voornaamste doelstelling van de Arbeidsinspectie het "verbeteren van de veiligheid en gezondheid op het werk en het voorkomen van ongevallen en aantasting van de gezondheid die voortvloeien uit, verband houden met of zich voordoen bij werkzaamheden, met name door de oorzaken van gevaren die inherent zijn aan de werkomgeving tot een minimum te beperken". Kort gezegd: de Arbeidsinspectie moet vooral bijdragen aan preventie van ongevallen op de werkvloer.
De uitzending van Argos richt zich vooral op compensatie van slachtoffers, een proces dat vaak moeizaam verloopt, zeker voor de minst beschermde groepen op de arbeidsmarkt. Het is een goede zaak dat er letselschadeadvocaten zijn die deze groepen bijstaan en dat die in de uitzending uitvoerig aan het woord komen, maar het is voor de context ook belangrijk om onderscheid te maken tussen compensatie en preventie.
Als je een slachtoffer bent van een ongeval is het volledig logisch en terecht dat je compensatie wilt voor de opgelopen schade. Tegelijkertijd blijkt uit onderzoek dat werknemerscompensatiesystemen in de praktijk slechts een beperkte invloed hebben op preventie op de werkvloer. Met name in de jaren '90 was het idee erg populair dat werkgevers, uit angst voor hoge schadevergoedingen, meer aan preventie zouden doen en dat het hele arbeidsomstandighedenbeleid aan het privaatrecht kon worden overgelaten. Een systeem zoals we dat vooral kennen uit de Verenigde Staten.
Onderzoek laat daarentegen zien dat er in de praktijk slechts een minimale werking van compensatiesystemen uitgaat op het preventiebeleid van bedrijven. Daarom is het cruciaal om naast een compensatiesysteem ook actief preventiebeleid te voeren. Het nieuwe ongevalsonderzoek is juist ontwikkeld met het oog daarop, zoals de inspecteur in de uitzending ook duidelijk benadrukt. En zoals het Europees Sociaal Handvest aangeeft: dat is de hoofdtaak van de Arbeidsinspectie, preventie van ongevallen.
De nieuwe aanpak van de Arbeidsinspectie
In de uitzending koppelt Argos de moeizame strijd van arbeidsmigranten om compensatie te krijgen aan de nieuwe methode van ongevalsonderzoek door de Arbeidsinspectie. Deze methode houdt in dat de Arbeidsinspectie sinds enkele jaren, in de meeste gevallen, het onderzoek naar de oorzaak van een ongeval aan de bedrijven zelf overlaat. Het doel hiervan is dat bedrijven lering trekken uit het ongeval en met een verbeterplan komen, zodat toekomstige ongevallen kunnen worden voorkomen. Om het leerproces te waarborgen, voert de Arbeidsinspectie herinspecties uit om te controleren of bedrijven de maatregelen in de verbeterplannen daadwerkelijk implementeren.
Volgens de Arbeidsinspectie nemen de meeste werkgevers deze opdracht serieus, en leidt de nieuwe aanpak tot meer preventieve maatregelen. Recentelijk rapporteerde de Arbeidsinspectie dat 84% van de bedrijven waar een arbeidsongeval had plaatsgevonden en die het zelfonderzoek hadden uitgevoerd, alle maatregelen uit het verbeterplan hebben doorgevoerd.
Desondanks klinkt er in de uitzending scepsis over deze werkwijze. Verschillende geïnterviewden suggereren dat het nieuwe systeem nadeliger zou kunnen zijn voor slachtoffers van bedrijfsongevallen die compensatie willen. Bij het oude systeem onderzocht de Arbeidsinspectie na een ongeval de situatie altijd zelf en richtte ze zich vooral op beboetbare overtredingen. De reportage lijkt de aanname te maken dat slachtoffers die compensatie willen meer geholpen zijn met boetes dan met een verbeterplan. Het wordt mij echter niet duidelijk waarom dat het geval zou zijn.
In de laatste tien jaar hebben juist belangengroepen van slachtoffers van bedrijfsongevallen en nabestaanden van slachtoffers gepleit voor een andere aanpak. Zij benadrukten dat bestuurlijke boetes voor de werkgever de slachtoffers ook niet verder hielpen. Juist deze groep gaf aan dat ze liever zag dat er maatregelen werden genomen die een volgend ongeval kunnen voorkomen. Dat was een van de redenen om na te denken over een nieuw systeem.
In de uitzending komen een aantal letselschadeadvocaten aan het woord, die zich zorgen lijken te maken dat de rapporten die werkgevers nu opstellen minder gunstig zouden zijn voor werknemers in compensatiezaken. Maar ze geven niet aan of ze dat ook daadwerkelijk zien in de praktijk. Het blijft speculatie. Bovendien zou het ongevalsrapport in theorie ook niet zo'n belangrijke rol moeten spelen in schadevergoedingszaken. Er geldt immers, zoals Willemijn Roozendaal terecht opmerkt, een vorm van risicoaansprakelijkheid in deze gevallen: de bewijslast ligt bij de werkgever, die moet bewijzen dat de werknemer opzettelijk of bewust roekeloos handelde, anders is de werkgever per definitie aansprakelijk.
Als desondanks toch blijkt dat de nieuwe aanpak in de praktijk leidt tot minder succesvolle compensatieclaims, dan zou dat een problematisch neveneffect van de nieuwe werkwijze zijn. Maar tot nu toe is daar in de uitzending geen concreet bewijs voor geleverd. Zolang daar geen gegevens over zijn is de scepsis over het nieuwe ongevallenonderzoek voorbarig.
Ondermelding
Het echte probleem, daar raakt Argos in de uitzending wel aan, is de ondermelding van ongevallen. Dat is overigens niets nieuws. Dit probleem bestaat al zo lang als de Arbeidsinspectie zelf bestaat. Al in de jaren 1890 klaagden de eerste inspecteurs dat ze over bedrijfsongevallen in de krant moesten lezen.
De journalisten verwijzen naar een rapport van de Rekenkamer waarin een grafiek staat die laat zien dat de Arbeidsinspectie in de meeste gevallen van niet-melding relatief lage boetes oplegt, terwijl die in theorie kunnen oplopen tot 50.000 euro. Dat wordt flink uitvergroot. Maar verderop in datzelfde rapport staat dat naar de ervaring van de Arbeidsinspectie in de meeste gevallen onwetendheid de oorzaak is voor niet-meldingen. Als dat klopt, is het logisch dat de boetes meestal niet heel hoog uitvallen. Als bedrijven financieel geruïneerd worden omdat ze niet weten dat ze een ongeval moeten melden, schiet het middel ook een beetje het doel voorbij.
Dat betekent trouwens niet dat er nooit hoge boetes worden uitgedeeld. Uit de grafiek blijkt dat er wel degelijk een paar keer een zeer hoge boete is uitgedeeld. Vermoedelijk ging het in die gevallen om situaties waarin een werkgever wel bewust geprobeerd heeft een ongeval verborgen te houden.
Welwillende werkgevers
De ondermelding is een belangrijke context voor een ander punt waar de journalisten sterk op focussen: het idee – of misschien eerder het verwijt – dat het nieuwe ongevalsonderzoek uitgaat van "welwillende" bedrijven. Ik twijfel bij het gebruik van het woord "welwillend" in deze context. Het zelfonderzoek is namelijk niet vrijblijvend. Zoals de inspecteur in het interview duidelijk aangeeft: als bedrijven niet welwillend zijn, vallen ze bij de herinspectie door de mand.
Bovendien, wanneer je je richt op het thema ongevallenmeldingen, heb je bij voorbaat te maken met bedrijven die een minimale mate van welwillendheid getoond hebben, aangezien ze al bereid bleken een ongeval te melden. De bedrijven die echt niet welwillend zijn komen via deze meldingen eenvoudigweg niet in beeld en moeten op andere manieren worden opgespoord .
Paradoxen in toezicht
Signalen uit de samenleving zijn essentieel voor de Arbeidsinspectie, zoals ongevallenmeldingen, (anonieme) klachten en verzoeken om handhaving – en ook de verhalen van journalisten. Maar juist de meest kwetsbaren op de arbeidsmarkt, die afhankelijk zijn van hun werkgever voor bijvoorbeeld (povere) huisvesting, zijn terughoudend om een onveilige werkplek te melden en werken in bedrijven waar vakbonden vaak actief buiten de deur worden gehouden. Ze weten vaak niet wat hun rechten zijn.
Het paradoxale is dus dat de werknemers die de meeste bescherming nodig hebben, het moeilijkst een signaal kunnen afgeven. Dit probleem is ook niet nieuw: het is altijd al lastig geweest om de kwetsbare, ongeorganiseerde werknemers te bereiken, die een hoge drempel ervaren om over hun werkgever te klagen. Vroeger was dit vooral een probleem in de huisindustrie, waar de omstandigheden het slechtst waren, met onmenselijke werktijden en waar kinderarbeid altijd op de loer lag. Omdat woningen geen "werkplaatsen" waren, konden inspecteurs daar echter niet binnentreden (daarom de afbeelding van de thuiswever uit begin 20e eeuw).
In de uitzending gaat het vooral om het reactieve werk van de Arbeidsinspectie, het reageren op ongevallenmeldingen, maar juist het actieve inspectiewerk is van groot belang om deze paradox het hoofd te bieden. Het is cruciaal om naast het reageren op arbeidsongevallen misstanden actief op te sporen, vooral in de sectoren waar de kwetsbare groepen werken waar doorgaans weinig meldingen vandaan komen.
Boetes
Het valt me op dat Argos erg sterk focust op de boetes. De inspecteur zegt echter in zijn interview iets heel interessants over boetes, waar de aanwezigen in de studio niet op doorvragen. Sinds de invoering van draconisch hoge boetes in de schaduw van de inmiddels beruchte Fraudewet van 2012/2013, gaat een groot deel van de tijd van de Arbeidsinspectie op aan juridische kwesties. Het effect van de hogere boetes is dat de meeste werkgevers ze vrijwel direct aanvechten. Dit betekent dat de inspectie de zaken uitvoerig moet onderbouwen zodat ze stand houden voor een rechter en daarbij rekening moet houden met matigingsgronden en andere juridische complicaties. Dit vergt veel tijd van de inspecteurs.
De belangrijkste vraag: wat draagt deze juridische strijd bij aan de preventie van ongevallen? Als de tijd van de inspecteurs vooral opgaat aan de juridische strijd over boetes, komt dat de veiligheid op de werkvloer dan werkelijk ten goede?
Voor zover ik weet is er geen enkel onderzoek dat aantoont dat (hoge) boetes daadwerkelijk bijdragen aan betere preventie van ongevallen op de werkvloer. Vergeet bovendien niet dat de Arbeidsinspectie andere middelen heeft om werkgevers te dwingen de werkplek te verbeteren, zoals stillegging van het werk. Is dat in de praktijk niet een veel effectiever instrument?
De positie van arbeidsmigranten
Terugkomend op arbeidsmigranten: hoe zijn zij het beste geholpen? Als de focus volledig op compensatie ligt, ben je eigenlijk de put aan het dempen als het kalf al verdronken is, zoals het oud-Hollandse gezegde luidt. Uiteindelijk zijn ook arbeidsmigranten het meest gebaat bij goed preventiebeleid.
Wat wél werkt volgens onderzoek naar effectief preventiebeleid zijn actieve inspecties achter de voordeur van bedrijven. Niet alleen na een ongevalsmelding, maar juist voorafgaand daaraan.
Daarnaast verdient een belangrijke pijler van de Arbowet meer aandacht: artikel 12. Dat "de werkgever en de werknemers samenwerken bij de uitvoering van het arbeidsomstandighedenbeleid" en dat "de werkgever overleg voert met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging over dit beleid en actief informatie uitwisselt." Uit onderzoek blijkt dat aandacht aan deze elementen daadwerkelijk bijdragen aan veiligere werkplekken.
De wet biedt alleen weinig mogelijkheden om hierop te handhaven. En zoals aangegeven, naast ondernemingsraden spelen ook vakbonden een cruciale rol in het vertegenwoordigen van de veiligheidsbelangen van arbeidsmigranten. Zij kunnen signalen doorgeven aan de Arbeidsinspectie en een verzoek tot handhaving indienen. Maar helaas zien we dat bedrijven die met veel flexibele arbeidsmigranten werken vakbonden actief buiten de deur houden.
Afsluitend
Om niet naïef over te komen: bij de echte uitbuiting van arbeidsmigranten heb je te maken met bedrijven die bewust de wet overtreden. Deze bedrijven zijn praktisch criminele organisaties, en daar zal niet snel een ondernemingsraad worden opgericht. Maar het is ook naïef om te denken dat deze problematiek kan worden aangepakt via de ongevallenmeldingen en het ongevalsonderzoek. Het arbeidsomstandighedenrecht is hier niet voor bedoeld, en hoge boetes in het kader van de Arbowet gaan geen oplossing bieden.