Gaat de Arbeidsinspectie universiteiten sluiten?
Mogelijke consequenties van de nieuwe aanpak van 'ernstige benadeling' van arbeidsmigranten
De discussie over strengere maatregelen rondom de uitbuiting van arbeidsmigranten is in volle gang. Deze week kreeg het voorstel van minister Van Hijum om bedrijven stil te leggen bij ‘ernstige benadeling’ aardig wat aandacht in de media. Wat opvallend genoeg nergens werd vermeld, is dat dit voorstel niets meer is dan de uitvoering van een motie van Senna Maatoug (GroenLinks) en Sylvana Simons (BIJ1) uit 2021. De motie werd destijds in meerderheid aangenomen in Tweede Kamer, met alleen tegenstemmen van partijen zoals BBB, FVD en JA21.
Bekijk de motie met de stemmingsuitslagen hier.
In deze motie werd de minister dus expliciet opgeroepen om de Arbeidsinspectie de bevoegdheid te geven "voor een bestuursrechtelijke stillegging bij het vermoeden van ernstige benadeling". En nu, ruim drie jaar later, is dat precies wat de minister doet.
De Telegraaf schrijft vervolgens:
NSC-minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken) kiest voor een ’snoeiharde aanpak’ van misstanden
Het is toch opvallend dat dit zo wordt opgeschreven, alsof dit idee helemaal uit de koker van deze minister komt. Het leek me de moeite waard om deze merkwaardige dynamiek in de media even te signaleren voor ik wat dieper op het voorstel inga.
Een gamechanger of niet?
Volgens sommigen zou het stilleggen van bedrijven bij ernstige benadeling een echte gamechanger kunnen zijn. Ik denk dat dit inderdaad een verschil kan maken en dat stillegging een effectiever middel is dan de verhoging van boetes, zoals eerder dit jaar ingevoerd. De grotere impact zou echter wel eens op een heel ander vlak kunnen liggen dan de meeste commentatoren nu verwachten.
Leo Lucassen (mijn baas, noem ik even voor de volledigheid), is overigens minder overtuigd. Hij zei tegen BNR dat de Arbeidsinspectie nu zo ernstig is uitgekleed dat nieuwe instrumenten weinig verschil maken, en dat alleen het opschalen van de capaciteit het antwoord is. Hoewel ik zijn punt begrijp, ben ik het niet helemaal eens met zijn analyse van de capaciteit van de Arbeidsinspectie (ik hoop dat hij me dat vergeeft).
Het klopt dat tussen 2002 en 2015 hard is bezuinigd op de Arbeidsinspectie, genadeloos kun je wel zeggen, maar de kabinetten Rutte III en Rutte IV hebben wel degelijk weer geïnvesteerd in de capaciteit. Volledig uitgekleed vind ik dus wat overdreven. Maar belangrijker nog: de bezuinigingen van de kabinetten Balkenende en Rutte I troffen vooral het toezicht op de Arbowet (veilig en gezond werk), niet het toezicht op wetten over eerlijk werk zoals de Wet arbeid vreemdelingen en de Wet minimumloon, waar deze discussie over gaat.
Wat wel veranderd is in de afgelopen 25 jaar, is dat toezicht op eerlijk werk ingewikkelder is geworden. Waar de inspectie vroeger vooral illegale tewerkstelling opspoorde (een relatief eenvoudige taak - je stapt een bedrijf binnen en vraagt om identiteitsbewijzen), gaat het nu veel meer om eerlijke betaling en werktijden. En dat is een stuk lastiger en tijdrovender. Je moet hele salarisadministraties doorploegen, en zelfs dan is dat niet altijd betrouwbaar. De inspectie komt genoeg gevallen tegen waarbij werkgevers 'netjes' het minimumloon uitbetalen, maar vervolgens weer een gedeelte contant terugeisen (zie bijvoorbeeld dit wat oudere rapport)
Door de uitbreiding van de EU richt de Arbeidsinspectie zich nu steeds meer op de bescherming van arbeidsmigranten die geen vergunning nodig hebben om hier te mogen werken, maar toch regelmatig worden uitgebuit, wat deze verschuiving in focus verklaart.
Wat houdt het voorstel in?
Even naar het concrete voorstel. Waarom kan dit toch een gamechanger zijn? Laten we kijken wat het precies inhoudt. De Arbeidsinspectie moet bedrijven stil kunnen leggen bij ‘ernstige benadeling’ van werknemers, zo luidt het voorstel. Maar hier stuiten we op een juridisch probleem: de Arbeidsinspectie heeft nu niet de bevoegdheid om bedrijven onmiddellijk stil te leggen bij deze gevallen. Onmiddellijke stillegging is een instrument uit de Arbowet en de Arbeidstijdenwet en kan alleen worden toegepast bij ernstig gevaar.
Inspecteurs die toezicht houden op eerlijk werk (zoals de Wet minimumloon) hebben dit middel dus niet. De enige uitzondering is grove overtreding van de Arbeidstijdenwet.
Een creatieve oplossing
Ambtenaren hebben nu een creatieve oplossing bedacht: gebruikmaken van de Arbowet om bedrijven waar ernstige benadeling voorkomt, alsnog stil te leggen. De Arbowet stelt immers dat werkgevers moeten zorgen voor 'zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden'.
Niet 'net voldoende', niet 'minimaal acceptabele', maar 'zo goed mogelijke' arbeidsomstandigheden.
En omdat werkgevers de risico's voor de veiligheid en gezondheid van werknemers zoveel mogelijk 'bij de bron' moeten voorkomen, is de redenering: als die ernstige benadeling leidt tot psychosociale arbeidsbelasting (PSA, lees: werkstress), dan is dat strijdig met de Arbowet.
Denk aan situaties waarin werknemers extreem afhankelijk zijn van hun werkgever, bijvoorbeeld wanneer bankpassen en reisdocumenten worden ingenomen. Dit veroorzaakt stress en zou dus volgens deze interpretatie voldoende reden zijn om een bedrijf stil te leggen. Een slimme zet, die alleen maar toegejuicht kan worden.
Toch is dit geen eenvoudige weg. De Arbeidsinspectie moet met een goede onderbouwing komen om het voor een rechter stand te laten houden. Want is dit een ernstig gevaar, zoals bedoeld in de Arbowet? Dat is dus wat ze nu gaan proberen te beargumenteren. Tot dusverre is er bij mijn weten nog nooit een bedrijf stilgelegd op grond van te weinig preventiemaatregelen tegen psychosociale arbeidsbelasting.
Wat betekent dit voor de toekomst?
De kernvraag is dus: hoe gaat dit in de praktijk uitpakken? Bij onmiddellijke stillegging worden bedrijven stilgelegd tot het gevaar is weggenomen. Maar hoe bepaal je wanneer er ‘voldoende’ gedaan is aan het terugdringen van psychosociale belasting?
Om effectief en snel te kunnen handhaven, zijn eigenlijk harde grenswaarden nodig. Zulke meetbare normen maken directe handhaving mogelijk. Een duidelijk voorbeeld is de blootstellingslimiet van 87 dB(A) voor geluid op de werkplek, die wél in de Arbowet is vastgelegd. Maar politici en de ‘polder’ hebben zich door de jaren heen zelden willen wagen aan het vaststellen van heldere doelen op het gebied van PSA, die werkgevers verplicht zouden stellen om die norm daadwerkelijk te bereiken. Vanaf de invoering van de Arbowet stuitte harde handhaving en concrete grenswaarden op dit thema eigenlijk altijd op aanzienlijke politieke weerstand.
Maar als nu toch bedrijven stilgelegd gaan worden op basis van PSA dan vraag ik me af: heeft dit ook gevolgen voor andere sectoren?
Neem even de sector waarin ik zelf werk: de universiteiten. De Arbeidsinspectie heeft al meermaals gesteld dat er onvoldoende wordt gedaan aan de psychosociale belasting van medewerkers aan universiteiten. Dat onderzoek begon bij een handhavingsverzoek van WOinactie in 2020.
Dit jaar nog constateerde de inspectie voor de zoveelste keer dat de resultaten van de aanpak van werkstress op de universiteiten niet naar tevredenheid waren. Drie universiteiten hadden PSA (psychosociale arbeidsbelasting) niet eens als risico in de Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) onderkend.
Dus gaat de Arbeidsinspectie straks ook universiteiten stilleggen omdat ze te weinig doen aan het terugdringen van psychosociale belasting? En hoe zit het met andere sectoren? Volgens het jaarplan over 2025 komt er dit jaar extra toezicht op PSA in het primair en voortgezet onderwijs, verpleeg- en verzorgingshuizen en de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Gaan scholen en zorginstellingen dicht?
De komende tijd zal moeten blijken hoe rechters omgaan met deze nieuwe interpretatie.
Eén ding is zeker: als dit voorstel wordt doorgezet, en rechters de uitleg van de Arbeidsinspectie accepteren, kan het een flinke verschuiving betekenen in de handhaving van arbeidsomstandigheden. En dat zou niet alleen werkgevers van arbeidsmigranten raken, maar een breed scala aan sectoren — mogelijk zelfs scholen en zorginstellingen.
De tijd zal het leren.